Voor we aan dit artikel beginnen willen we jullie toch graag even meegeven dat deze artikels onze mening zijn die we hebben opgedaan tijdens onze actieve carrière als doelman, maar ook als keeperstrainer. Daarom is dit niet altijd de juiste. Zoals met zoveel dingen in het leven zullen er altijd verschillende mogelijkheden en meningen zijn. Daarom is deze of die van andere niet verkeerd, maar net als waar dit artikel over gaat is communicatie heel belangrijk. Ook met je trainer of keeperstrainer moet je een goede communicatie als keeper kunnen hebben om een mening kunnen delen.
Communicatie is vanuit ons standpunt als keeperstrainer wel de moeilijkste factor die je een keeper kan aanleren. Je hamert er elke training en evaluatie op, maar het moet wat in je persoon zitten. Je moet met voldoende vertrouwen tegenover je medespelers staan om het aan te kunnen. Het spreekt voor zich dat wanneer je net bent komen piepen in een nieuwe ploeg de coaching niet hetzelfde zal zijn als dat je al enkele jaren met dit team in de goal zou staan. Toch is de communicatie één van en zo niet de belangrijkste factor waar jij als keeper over moet beschikken.
Als keeper zit je in de positie dat je het hele veld kunt zien en wat er op het veld gebeurt, wat betekent dat effectieve communicatie verdedigers kan waarschuwen voor potentiële bedreigingen en een aanval kan stoppen voordat die begint.
De sleutel tot effectieve communicatie kan worden onderverdeeld in 3 categorieën:
Wanneer je tegen je teamgenoten praat, probeer de informatie zo beknopt mogelijk te houden, zeg zoveel als nodig is en niet meer. Als je je teamgenoten langere commando’s geeft tijdens het spel, kan dit als afleiding dienen of ertoe leiden dat je communicatie zijn impact verliest.
Wees efficiënt met wat je zegt door instructies te geven als trigger woorden, bijvoorbeeld wissel, alleen en knijp. Je kunt tijdens de training met je teamgenoten afspreken wat elk van deze triggerende woorden betekent, zodat ze tijdens wedstrijden weten wat ze moeten doen als ze elk commando horen. Hierdoor blijft de impact van je woorden behouden en is de informatie gemakkelijk te herkennen en op te volgen in het heetst van de strijd.
Probeer ook zeker enkele gebaren af te spreken. Zo kan je bv je hand gebruiken waar je graag een terugspeelbal wilt. Niet alleen welke voet, maar ook hoe ver je deze van het lichaam wilt. De armen ver open kan bv betekenen dat de speler helemaal alleen is en de bal rustig kan aannemen. Een linker of rechter arm ver open kan dan bv weer aangeven aan welke zijde de tegenspeler druk komt zetten. Het zijn slechts enkele voorbeelden die miscommunicatie proberen tegen te gaan. Door de wind, iemand aan de zijlijn die net iets roept kunnen een oorzaak zijn waardoor je woorden niet goed gehoord kunnen worden. Door de extra gebaren zal je medespeler toch weten hoe hij of zij moet reageren.
Vaak als een keeper communiceert, geven ze algemene informatie om de verdedigende eenheid als geheel te leiden. Hoewel dit effectief is en een goed begin, kunnen keepers hun communicatievaardigheden naar een hoger niveau tillen door vervolgens specifieke informatie te geven aan individuele leden binnen de verdedigende eenheid.
Stel dat je de verdediging hebt verteld dat ze moeten “schuiven” of “kantelen” naar één kant van het veld en je merkt dat je linksback een beetje uit positie is. Identificeer wie je instrueert door zijn naam te gebruiken, gevolgd door de nodige informatie. Dus, volgens het bovenstaande voorbeeld, kan dit klinken als “*naam* stap en schuif rechts”. Dit zorgt ervoor dat je hun aandacht trekt en je kunt beginnen met de verdediging op individueel niveau, evenals een hele eenheid.
Specificiteit komt ook in de instructies, bijvoorbeeld in plaats van een teamgenoot te vertellen dat ze een man in de “rug” hebben, kun je ze laten weten waar door te zeggen, “rug links”. Deze extra kleine details zorgen ervoor dat de keeper meer controle heeft over het verdedigende deel van het veld.
Communicatie als keeper gaat over het helpen van je teamgenoten, niet over schreeuwen en schelden op hen. Wees niet bang om je teamgenoten aan te moedigen en te prijzen en laat wat je zegt gericht zijn op wat ze kunnen doen om een doelpoging te voorkomen, niet op wat ze eerder fout deden.
Ik ken veel jonge keepers die plotseling verlegen worden als ze hun teamgenoten moeten aansturen, en vaak weten ze wat ze moeten zeggen, maar hebben ze niet het vertrouwen om het te zeggen. Ik zat ooit in dezelfde positie en om dit te overwinnen liet ik mijn teamgenoten geloven dat ik zelfverzekerd was met de manier waarop ik het overbracht.
Probeer de woorden die je gebruikt kort en krachtig te maken en wees luid en duidelijk om een vorm van vertrouwen te geven, zelfs als je dat niet bent. Na verloop van tijd en met ervaring zal het zelfvertrouwen van zelfs de stilste keeper groeien en zal dit een tweede natuur worden.
Een sterke, gebiedende toon geeft de dingen die je zegt meer impact en teamgenoten zullen eerder geneigd zijn te reageren. Vraag ze niet om iets te doen, zeg het ze!
Uw toon kan uw teamgenoten ook beïnvloeden op basis van de mate van urgentie van een situatie. Een hardere, meer strenge toon kan worden gebruikt om een hoger niveau van gevaar aan te geven, terwijl als er een lage dreiging is, een zachtere toon kan worden gebruikt om aan te geven aan teamgenoten dat ze kunnen ontspannen aan de bal.
Je wilt je niet de je medespelers niet aan het organiseren zijn als een aanvaller een schot op doel aan het voorbereiden is. In dit late stadium, kan de verdediging overal zijn, maar je focus moet liggen op het organiseren van jezelf om het doelpunt te voorkomen. Als de aanvaller in schietpositie komt, is het in de meeste gevallen al te laat voor iets wat je zegt om nog invloed te hebben op het spel. Daarom moet iets zeggen als “blok” hooguit gebruikt worden als een snel commando als je aan het opstellen bent.
Communicatie moet ook vroeg komen om spelers de tijd te geven de informatie te verwerken en een beslissing te nemen voordat er een dreiging ontstaat. Bijvoorbeeld, “rug” zeggen als je teamgenoot wordt getackeld zal niet effectief zijn.
En tenslotte, veel coaches vertellen hun spelers dat ze constant moeten praten, maar trap niet in de val van het gevoel dat je non-stop moet praten. Door gedurende de wedstrijd niet constant te communiceren, maar enkel op de momenten dat het nodig is spaar je niet alleen je stem, maar wat je zegt zal ook een grotere impact hebben op de spelers en zij zullen eerder geneigd zijn te reageren.