Iets wat ons opvalt is dat veel jongeren vaak worstelen om goede uittrappen te ontwikkelen.  Het lijkt erop dat veel keepers denken dat ze als doelman enkel ballen moeten kunnen stoppen. Echter zoals we al meermaals hebben gezegd is het in het moderne voetbal heel belangrijk dat je ook als doelman die bal netjes bij je medespeler kan brengen. 

Dus als je de bal niet ver of nauwkeurig van de grond kunt uittrappen, dan is het nu tijd om dat te veranderen!

Mentaliteit

Als je gelooft dat je een slechte trap zal maken, dan zal je een slechte trap maken. Je moet een zuiver contact met de bal visualiseren en je voorstellen dat de bal een ‘geloofwaardige’ afstand bereikt voor jouw leeftijd en vaardigheid. Stel je niet voor dat je de bal zo ver schopt als Courtois of Ter Stegen, want dan raak je alleen maar ontmoedigd. Halverwege is een goed begin. Ben je pas begonnen met voetballen of het oefenen van verre trappen wil dan zeker niet te ver willen trappen. Wees blij wanneer je van op de 5 meter lijn aan de cirkel komt van het 16 meter gebied. Dat lijkt vanzelfsprekend maar dat is het helemaal niet als jonkie!

Geloof dat je het kunt en negeer het geschreeuw van je teamgenoten en coaches die maar roepen om verder en verder de trappen. Alles draait in het begin om de juiste techniek en niet zozeer om met een enorme kracht die bal weg te trappen waardoor deze niet meer aankomt waar jij wou dat deze zou aankomen. Veldspelers hebben vaak de misvatting dat een doeltrap makkelijk is. Kijk hoe moeilijk sommige van hen het hebben bij het nemen van vrije trappen van grote afstand op hun eigen helft.

Als doelman is je mentaliteit van groot belang, niet alleen om ervoor te zorgen dat je uittrappen ver en precies zijn, maar ook om met alle stress elementen om te kunnen gaan. Mocht je nog vragen hebben over hoe je dit kan verbeteren, lees dan even onze vorige blog posts over hoe uw mentale weerbaarheid te versterken.

Plaatsing van de bal

Slechte velden zijn gebruikelijk, vooral op amateurniveau, dus je moet het meest vlakke deel van het 5 meter vak vinden, zelfs als dat betekent dat je op een stukje grond moet uittrappen of de bal van achter de lijn moet nemen om er zeker van te zijn dat je een fatsoenlijke plek hebt om de bal te plaatsen (enkele centimeters hebben helemaal geen invloed op de totale afstand!).

Speel je op een kunstgrasveld dan zit je goed en hoef je je niet eens zorgen te maken over het plekje waar je je bal het best neerzet. Vergeet niet dat je steunvoet ook ergens goed moet kunnen plaatsen waar deze voldoende grip heeft, want deze is net zo belangrijk als de voet waarmee je de bal gaat trappen.

Naar de bal toelopen

Wat je ook doet, maak geen enorme aanloop. Het enige wat je moet onthouden is dat de belangrijkste stap in de doeltrap de laatste is, het moet een fatsoenlijke pas zijn om een goede achterzwaai te maken. Kijk maar hoe sommige profs het doen, sommigen nemen zelfs maar één stap naar achter als ze een vrije trap nemen op de rand van het strafschopgebied. Je hoeft geen enorme aanloop te nemen. Het enige wat het zal doen is je techniek ruïneren.

Sommige doelmannen hebben een vast ritueel bij het neerleggen van de bal, ze nemen een grote stap ‘recht’ achteruit. Markeer dit punt mentaal of met een noppen streep, neem dan een paar kleinere passen terug. Neem dan een grote zijwaartse stap naar links of rechts, afhankelijk van met welke voet je gaat uittrappen. Sommige mensen verkiezen twee stappen opzij. Je moet oefenen en beoordelen welke je de beste benadering en contact geeft met de bal. Begin je aanloop langzaam, ogen op de bal gericht. Niet sprinten. Kijk niet omhoog. Benader je laatste stap (noppen streep) rustig, met je hoofd een beetje gericht naar waar je de bal wilt trappen. (maak je geen zorgen de bal zal nog steeds hoog gaan, een andere misvatting die gebrek aan kracht veroorzaakt is om het hoofd naar achteren te hebben). Zodra je de noppen streep of mentale markering hebt bereikt maak je een laatste grote stap,  zo vloeiend als je kunt, met als doel dat je steunvoet ongeveer een bal breedte aan de zijkant van de bal landt, niet direct ernaast.

Plaats de steunvoet en de voet waarmee je gaat uittrappen.

Ok, dus als je je laatste stap neemt, moet je ervoor zorgen dat je niet-schoppende voet ongeveer een bal breedte van de bal af staat en of gelijk is met de bal of ‘iets’ naar achteren, afhankelijk van de hoek en helling van het veld. Probeer de tenen van je niet-schoppende voet te laten wijzen naar de plek waar je de bal wilt hebben als je hem neerzet. Je backswing (het doorzwaaien van je been waarmee je bal gaat uittrappen) zal vanzelf gaan door de langere laatste stap, dus probeer hier niet aan te denken.

Nu een zeer belangrijk punt als je zwaait om te schoppen is om de enkel van de schoppende voet vast te zetten. Hij moet vrij plat zijn, alsof je tenen naar de grond wijzen. Dit is niet gemakkelijk, dus je moet oefenen. In werkelijkheid zal je voet heel lichtjes schuin staan, zoals een golfijzer, maar mentaal moet je je voorstellen dat hij plat staat, anders zal je hem niet blokkeren. Als je met het binnenste of buitenste deel van je voet contact maakt, krijg je geen kracht en zal de bal ergens krullen of afglijden. Je moet mikken (ik ben rechtshandig, dus andersom als je linkshandig bent) een beetje links van het midden van de bal, net onder de middenlijn als je je voorstelt dat de bal van links naar rechts in tweeën wordt gesneden, zoals de evenaar van de aarde. Mensen zullen je vertellen dat je onder de bal moet komen om hem op zijn laagste punt te raken.

In werkelijkheid is dit onmogelijk als je een goede trap wilt, want als je onder de bal slaat, schep je hem, waardoor je wel hoogte maar weinig kracht krijgt. Wat ze eigenlijk bedoelen is mik iets onder het middelpunt van de bal. Als je aanloophoek goed is, samen met het correct blokkeren van de enkel en de follow-through, zal de bal hoog en lang en redelijk recht gaan. Kijk maar naar al die afstandschoten die over de lat vliegen. Het is moeilijker om de bal laag te houden dan om hem hoog te houden als je hem goed raakt met een volledige heupzwaai.

Contact

Met de enkel op slot en je ogen heel lichtjes naar links van het midden gericht, streef je ernaar de bal te raken met je wreef. Ik zou zeggen hoe hoger op de voet hoe beter, omdat veel mensen de bal te laag raken, waardoor de tenen het contact maken in plaats van de wreef in de voet. Dit resulteert in een verlies van kracht en pijnlijke tenen. Het is ook een veel voorkomende oorzaak van mensen die proberen onder de bal te komen en hem gewoon met hun tenen stoten.

Als je je concentreert op de juiste benadering en het juiste contact, zal de swing je naar de juiste opvolging leiden. Haal je ogen niet van de bal totdat hij weg is. Je zou verbaasd zijn hoe vaak mensen opkijken bij het punt van contact. Als je dit doet zul je de bal niet goed raken. Houd je ogen op het punt van contact. Kijk niet omhoog.

Doorgaan

Dit zal vrijwel zichzelf dicteren als je techniek voor de trap juist is. Het schoppende been zwaait natuurlijk over het lichaam en je moet een beetje achterover leunen op het punt van contact, maar niet te veel. Ik heb horen zeggen dat je je trappende voet laag moet houden als de bal is geraakt. Dit is een zeer geavanceerde techniek. Persoonlijk denken we dat als je contact met de bal goed is het niet echt uitmaakt of je doorzwaai voet hoger gaat, omdat de kracht van het contact met de bal al van je lichaam verlost is. 

Wat ik wel wil zeggen is dat je ervoor moet zorgen dat je je schoppende ‘heup’ door de trap heen zwaait. In plaats van je te concentreren op je voet erdoorheen te zetten, concentreer je je op het maken van het juiste contact met je voet en het gewicht van je heup erdoorheen te zetten. De kracht komt van de heup, niet van de voet. Veel mensen krijgen geen afstand omdat ze de bal met de kracht vanuit de knie proberen te trappen. In werkelijkheid komt de swing vanuit de heup, dus je moet mentaal doorzetten met je heup om er zeker van te zijn dat je volle gewicht tegen de bal botst, je concentreren op de kracht vanuit de heup kan 10 meter extra toevoegen als je het eenmaal onder de knie hebt.

UITRAPPEN OEFENEN OEFENEN EN NOG EENS OEFENEN

Ok we weten dat er 6 stappen staan, maar in werkelijkheid maakt niets van het bovenstaande uit als je niet naar buiten gaat en deze techniek keer op keer oefent, het zal in het begin moeilijk en misschien zelfs vervelend worden, maar uiteindelijk zal dit een gewoonte worden en zal je de juiste techniek gaan uitvoeren zonder na te denken. Bekijk het als een eenvoudig rekensom 1+1. Vroeger moesten we daar ook even bij nadenken, maar omdat we dit zoveel moeten toepassen kunnen we deze uitkomst gewoon meteen zeggen. 

De beste manier om het contact te oefenen is niet door de bal de hele tijd als een echte uittrap te oefenen, maar door iemand de bal langs de grond naar je toe te laten spelen vanaf een korte afstand, één baltoets te nemen om de bal te controleren en de bal dan met je 2de aanraking weg te trappen. Je leert vanzelf welke hoek voor de aanloop voor jou het beste werkt en of je een lange of korte doorzwaai nodig hebt om de bal ver, maar nauwkeurig weg te kunnen trappen. Vergeet zeker niet te letten op de grote van je laatste stap.  Deze moet comfortabel zijn maar toch groot genoeg om deze swing in één vloeiende beweging te laten gaan. Als je eenmaal een paar fatsoenlijke trappen hebt gemaakt, ga dan naar de zes-meterlijn en doe het met een stilliggende bal, zoals in een wedstrijd. Blijf deze oefeningen afwisselen.

Wees niet te ongeduldig en wees erop voorbereid dat het enige tijd nodig zal hebben om het onder de knie te krijgen. Ben je het dus even beu? Geen probleem ga dan even wat anders doen, maar blijf het zeker regelmatig oefenen en je zal zien dat het alleen maar beter en beter zal beginnen gaan. 

Onthoud, uittrappen zijn niet zo makkelijk als iedereen denkt, maar van de grond trappen kan een keeper maken of breken in het moderne spel, dus het loont om dit deel van je spel onder de knie te krijgen!

Als jij nog tips hebt die je met onze lezers wilt delen, voel je dan vrij om hieronder een reactie te plaatsen!